Over het ritueel
Ik wil het hebben over het ritueel. Zelfs voor de gevorderde beoefenaars is dat een aspect dat niet altijd goed begrepen wordt.
Zoals je ziet lopen we in de dojo rond in vreemde kleren: kimono, kolomo, de kesa of de rakusu. Het oogt allemaal een beetje clownesk… maar dat kan op het eerste zicht choqueren en mensen stellen zich hierbij vragen. We zien ook een altaar met een boeddhabeeld in het midden van de ruimte. Er worden er ook offerandes gebracht: wierook, water, voedsel soms… Vandaag is onze Westerse geest niet meer afgestemd op dat soort rituelen en zijn sommige nieuwelingen in de war als ze hiermee worden geconfronteerd.
Doch heeft het ritueel in se niets te maken met kledij of met een altaar of met offerandes. Daarin ligt de essentie van het ritueel niet. Het ritueel ontstaat op het moment waarop je “uit je dagelijks leven” stapt om iets anders te doen dat helemaal niet meer in de logica van het dagelijks leven past. Het zijn gebaren en handelingen die helemaal gratuit zijn. Vanuit praktische zin heeft het ritueel zelfs geen nut. Het brengt letterlijk niets op.
Voor mij is in zazen zitten op zich al een ritueel. Heel eenvoudig een zafu nemen, met gekruiste benen gaan zitten, de handen in de schoot, met een rechte rug en zijn geest concentreren is al een ritueel.
Mens worden in zijn totaliteit
In het dagelijks leven proberen we altijd er het beste van te maken. Dat is een natuurlijk gegeven. Meestal laten we ons van onze best mogelijke kant zien. We laten ons ook leiden door onze voorkeur of ons afkeer, onze verlangens en de gewoontes die we ontwikkeld hebben om onze gestelde doelen te bereiken. Hiervoor hebben we zelfs ingewikkelde strategieën bedacht. In zazen is dat allemaal niet nodig! Zazen behoort niet tot de logica van ons ego. Aan de mensen die hier komen, vragen we niet: “wie zijt gij eigenlijk?”, “wat doe je zoal in het leven?” Je komt hier, je gaat zitten en je komt tot rust. Het doel van zazen is precies al de strategieën van het ego die ons eigenlijk belemmeren, los te laten. Dat is ontwaken, het is niets anders. Ontwaken is geen science fiction; ‘t is geen “Startrek” of zo. Je ziet geen lichten en je hoort geen stemmen. Zazen is werkelijk mens zijn in zijn meest volledige dimensie!
Dat is in essentie het ritueel: buiten de dagelijks gang van zaken stappen om een andere dimensie van ons mens-zijn te verkennen.
De handen in zazen drukken dat trouwens uit, dat is niet zomaar een symbool. Ze zijn open en ze omvatten alles, ze ontvangen alles. De handen in meditatie stoppen met de dingen te willen pakken of de dingen te willen afstoten. Het “centrum” van ons wezen bevindt zich dààr: de handen omvatten onszelf helemaal. In zazen wordt je met jezelf door jezelf ontvangen. Door je eigen boeddhanatuur. En het is wonderbaarlijk! Je komt geen zazen doen om de verantwoordelijke godo of de assistenten te plezieren; zelfs niet voor de anderen. Je doet zazen om helemaal jezelf te zijn voorbij je eigen ego in je meest volmaakte dimensie. En men zal hierop niet staan kijken of hierover oordelen. Je hebt werkelijk niets te bewijzen. Dat is het ritueel. Dat maakt het mogelijk. Mens worden in zijn totaliteit.
Aandacht voor details
We hechten in onze school veel aandacht aan kleine details. Bij voorbeeld aan de ingang van de dojo bevindt zich een balk waarover men moet stappen. Dat maakt het onderscheid tussen de buitenwereld – het dagelijks leven – en wat we hier doen: het ritueel, de zazen. Dat is dat. We stappen met onze linkervoet daarover. Op sommige plaatsen zijn die balken werkelijk heel hoog, zo’n dertig centimeters. Dat is niet zomaar een detail: als je niet oplet, struikel je. Met aandacht over de balk de dojo binnenstappen is werkelijk het wezen van onze beoefening. Het is uit ons comfortzone stappen en iets anders doen dan wat we in het leven gewoonlijk doen.
Ook het gebaar “gassho” behoort tot het ritueel. De beiden handpalmen tegen elkaar: de ene hand vertegenwoordigt “boeddha”, de andere “ik”. In gassho is er éénheid. In het gassho gebaar is de geest reeds verandert! Het is voorbij alle tegenstellingen gaan. Daarom buigen we: omdat we voorbij zijn. We buigen niet voor het boeddhabeeld op het altaar! Wanneer je gassho doet, is dat een gebaar ten opzicht van jezelf wanneer je voorbij alle tegenstellingen die het ego in het leven roept, gestapt bent!
Voor we in zazen gaan zitten, groeten we in gassho onze plaats, onze zafu. Niet omdat die dingen “heilig” zouden zijn. Het is gewoon een kussen. We dragen er zorg voor en we drukken ten opzichte van onszelf héél ons respect uit voor onze eigen beoefening. Op die plaats ontwaken we, worden we helemaal mens in zijn hoogste vorm. Dat is het ritueel.
Vorm is inhoud
Dat is trouwens iets typisch Oosters. In het Westen zijn we dat een beetje verloren: de aandacht voor de vorm. Vorm is inhoud. Kunstenaars kennen dat nog. Maar de meeste mensen zijn dat vergeten. Als we aandacht hebben voor de vorm hebben we aandacht voor de inhoud. Ga eender welk snoepwinkel in Japan binnen en je zult bij de afhandeling van je inkopen je kassaticket overhandigd krijgen door de kassierster op een klein plateau en met een diepe buiging. En dat doet ze met elke klant. En ze zal dat doen met heel haar hart. In het Westen krijg je van de kassierster te horen: “ticketje nodig?” terwijl ze met een nonchalant gebaar al op het punt staat het weg te gooien… Dat is héél het verschil.
Dat is het ritueel van onze beoefening. Dat is niet iets dat van “buiten” opgelegd wordt op een artificiële manier, dat is de essentie zelf van wat we doen. Dat moet je proberen aan te voelen. In het begin is dat een beetje lastig: je komt letterlijk uit je comfortzone. Hier over die balk stappen is eigenlijk “gevaarlijk”. Dat is wennen. Maar je bent hier veilig. We accepteren iedereen die hier binnenkomt. We vragen je niet je te verantwoorden: wie zijt ge? hoeveel verdien je? Dat is allemaal onbelangrijk. Je bent hier letterlijk volledig jezelf samen met alle anderen. Dat is het wonderbaarlijk. Dat is waar het om gaat in onze beoefening.